"Wat zijn mijn roots?"

Het verhaal van Pasi begint eind jaren tachtig in Boma.   De havenstad aan de Kongo-rivier was ooit een knooppunt voor slavenhandel en diende later als hoofdstad van Kongo-Vrijstaat en Belgisch-Congo.   

Papa had kunnen studeren in het verre België en in Antwerpen had hij mama ontmoet. Na zijn studies had de overheid hem teruggeroepen en ze hadden besloten de lange bootreis samen te maken. Even na hun aankomst werd Pasi geboren.    

Na enkele jaren krijgen ze het voor mekaar om met het hele gezin naar België te migreren. Pasi krijgt zijn Belgische naam, Kim Nzita Vangu, en groeit op in Wilrijk.   

Op zijn twaalf ontdekt hij rapmuziek en hierin vindt hij zijn uitlaatklep. Al snel begint hij te schrijven over maatschappelijke en sociale thema’s, die al snel een rode draad vormen doorheen zijn werk.    

Op “Oude god” kunnen we zijn lange reis mee volgen. Pasi viert niet alleen de onafhankelijkheid maar ook zijn persoonlijke vrijheid. De woelige relatie tussen moeder- en vaderland ligt hem nog steeds nauw aan het hart, pijnlijke herinneringen zet hij om in speelse maar scherpe teksten. Hij reflecteert kritisch over de geschiedenis en mengt zich eigenzinnig in de huidige dialoog. 

“Zonder Pardon”